De wilde gans is een “plaag” in Nederland. Ganzen leven in enorme getallen samen en strijken neer op akkergronden waar veel voedsel voor ze is. Wanneer er een zwerm ganzen neerstrijkt op één van de landerijen, kunnen ze in een aantal uren een complete oogst of grasland vernietigen door de hoeveelheid poep en omdat ze alles wat ze eten, met wortel en al, uit de grond trekken.

Voor voldoende voedselproductie is het daarom belangrijk dat de ganzenpopulatie beheerst wordt, en daarom wordt er vrijwel jaarrond gejaagd op wilde ganzen. Tot dusver heb ik daar niet zoveel moeite mee. Waar ik wel moeite mee heb, is dat het overgrote aantal van deze dieren simpelweg wordt vernietigd. 

“Het rijmt voor mij niet dat we aan de ene kant enorme stallen gevuld met varkens hebben en dat we een dier dat een goed leven heeft gehad en vrij heeft kunnen leven, vervolgen en vernietigen.“

Als chefs moeten we vaker kiezen om onze kennis toe te passen op producten zoals de wilde gans en deze dieren, die jaarrond beschikbaar zijn, te verwerken in de gerechten. Wellicht komt de wilde gans dan ooit beschikbaar als toegankelijk product in de retail voor de consument.