De Oosterschelde is uniek: een zeearm, afgesloten van de Noordzee, met schoon, voedselrijk water en een langzaam stromend getij. Dat maakt het niet alleen een bijzonder natuurgebied, maar ook de geboortegrond van wat velen de beste kreeft ter wereld noemen. Oosterscheldekreeften groeien langzamer dan hun soortgenoten uit Canada of de VS, wat zorgt voor fijner, delicater vlees. Hun dieet en leefomgeving geven ze een zachte, lichtzoete smaak die je bijna niet hoeft te begeleiden – hooguit te ondersteunen.

Toch kozen we voor een paar zorgvuldige accenten: bleekselderij, rauw en licht ingelegd, voor frisheid en crunch. Witte druif, vanwege zijn natuurlijke suikers en sappigheid, als brug tussen het zilte en het zachte. En vlierbloesem – subtiel gefermenteerd om zijn florale geur te behouden én iets van het seizoen vast te leggen.

Vlierbloesem is meer dan een geurige toevoeging. Al generaties lang wordt hij in de kruidengeneeskunde gebruikt vanwege zijn ondersteunende werking op de weerstand, zijn milde ontstekingsremmende eigenschappen en zijn rol bij het kalmeren van de luchtwegen. In onze keuken is het geen ‘superfood’, maar gewoon een mooi ingrediënt dat toegevoegde waarde geeft – in smaak én verhaal.

”Voor mij is deze kreeft geen statussymbool, maar een uiting van toewijding aan de Nederlandse cultuur. Aan ambachtelijke visserij, aan langzaam groeien, en aan het idee dat luxe pas écht betekenis krijgt als je weet waar het vandaan komt – en hoe kwetsbaar het is.”